De gemeente Enschede goes east: de grootste stad van Overijssel wil de banden aanhalen met de Duitse buren. Bij de gemeente is daarom een ‘Duitslandteam’ actief. Dit team zet zich in voor meer samenwerking tussen Nederland en Duitsland op het gebied van economie, arbeid en onderwijs. Iedere maand verschijnt er een interview op AHA24x7 met een van de leden van het Duitslandteam. Dit keer is het de beurt aan Barbara Verbeek, adviseur onderwijs bij de gemeente Enschede.
De rol van Barbara in het Duitslandteam bestaat uit het aansluiting vinden met onderwijspartners, zoals scholen, schoolbesturen en docenten, op het gebied van de Duitse taal en cultuur. Met als doel dat de Duitse taal en cultuur weer een plek krijgen in het curriculum van zowel het basis-, voortgezet- als het middelbaar beroepsonderwijs. “In de gesprekken met partners probeer ik de redenen te achterhalen waarom er geen Duits aangeboden wordt, of waarom juist wel. Waar we naar streven, is een doorlopende leerlijn vanaf het basisonderwijs tot aan de arbeidsmarkt, met goed Duits onderwijs. Zodat studenten die de arbeidsmarkt opgaan, ook echt de Duitse taal beheersen.” In het Duitslandteam gaat veel aandacht uit naar onderwijs. Barbara: “Vaak gaat het om jongeren tussen de 0 en 18 jaar. Zij zijn nog heel ontvankelijk voor het leren van nieuwe dingen. Ben je op die leeftijd helemaal niet in aanraking gekomen met andere culturen, zoals bijvoorbeeld Duits, dan is de stap later veel groter om te zeggen; ik ga in Duitsland werken, of ik ga bij een Duits bedrijf werken. Hoe jonger kinderen in aanraking komen met Duitsland, hoe beter.”
Pool van Duitse docenten
Barbara geeft aan dat het steeds moeilijker is docenten Duits te vinden. “In de Randstad zijn al scholen die geen Duits meer aanbieden. Dat is echt heel zorgelijk. Engels is op een gegeven moment een verplicht vak geworden. Ook op de basisschool. Scholen gaan dan vaak kiezen, maar dat is helemaal niet nodig. Je kunt naast Engels ook gewoon Duits aanbieden. Vaak weten de scholen niet hoe ze dat op moeten pakken, of zijn er geen docenten Duits. Daardoor valt het vak af. Terwijl als je goed nadenkt over waar je als (Eu)regio behoefte aan hebt, dan zijn dat juist mensen die bekend zijn met Duits. Dat begint op school. Bedrijven zijn daar ook steeds meer van doordrongen.” Om het probleem van een tekort aan Duitse docenten op te lossen, is de adviseur bezig met het inrichten van een pool van Duitse docenten in de Euregio. “Hiervoor zijn de eerste gesprekken gestart. Dit zou betekenen dat scholen elkaars docenten lenen. Of dat een native speaker in Duitsland lesgeeft op een Nederlandse school.”
Grenzen vervagen
Voor het promoten van de Duitse taal in het onderwijs, krijgt de gemeente Enschede sinds kort hulp van een docent Duits van het AOC. “Een mooi voorbeeld van cocreatie tussen overheid en onderwijs. Hij kent het onderwijs goed, en ondersteunt bijvoorbeeld bij het inrichten van de docentenpool, de organisatie van de Dag van de Buurtaal, het benaderen van scholen, etc.”. Volgens Barbara is het in deze fase nog wel echt pionieren en moet het oogsten nog komen. “Je ziet dat er heel veel enthousiasme en interesse ontstaat. En dat heb je ook nodig, want er zullen wel echt keuzes gemaakt moeten worden. In het onderwijs, maar ook bij ondernemers, om die Duitse taal en cultuur te borgen. Wat ik heel mooi zou vinden, is dat je die grens niet meer voelt. Dat het heel gebruikelijk is in Twente dat als jij docent bent, je ook lesgeeft op een Duitse school. En andersom uiteraard ook. Dat kan interessant en verrijkend zijn. En het zit heel dichtbij. Het wordt nu nog teveel als een grens ervaren. Terwijl die grens er vroeger niet eens was. Dan heb je het ook over een stukje wet- en regelgeving. Mag een docent zomaar in Duitsland gaan werken? Dat moet heel gemakkelijk worden gemaakt. Datzelfde geldt voor stageplekken, dat studenten en scholieren ook voor Duitsland durven kiezen. Of uitwisselingen tussen voortgezet onderwijsscholen. Het ligt zo dichtbij, en toch gebeurt dit relatief weinig. Dat kan allemaal nog veel intensiever. Zodat Duits ook écht weer als een leuk vak wordt gezien.”