In de Tweede Kamer werd deze week gedebatteerd over meertalig onderwijs op de basisschool. Maximaal 15 procent van het onderwijs zou op basisscholen in een vreemde taal moet worden gegeven, zo luidt het wetsvoorstel. D66 vindt die 15% veel te weinig. De partij stelt voor om hier 50% van te maken. D66-Kamerlid Paul van Meenen licht toe: “15% is echt te weinig en te langzaam. Onze samenleving is erg op het Engels gericht, terwijl de kansen toch echt in Duitsland liggen. We weten nu al dat ondernemers zitten te springen om medewerkers die Duits kennen.”
Van Meenen ziet enorme kansen voor jongeren als zij van jongs af aan in aanraking komen met de Duitse taal. Vlak over de grens in Europa valt een goede boterham te verdienen en dit kan alleen als je de betreffende talen spreekt. Ook cijfers van de Duits-Nederlandse Handelskamer bevestigen dit. Uit een enquête onder ondernemers blijkt dat 88,6 procent aangeeft dat een goede beheersing van de Duitse taal een must is bij zakendoen met Duitsland.
D66 vindt wel dat het meertalige onderwijs de verantwoordelijkheid is van de scholen zelf, in overleg met de ouders. Dit moet volgens Van Meenen niet vanuit Den Haag worden opgelegd.
Lees meer bij het AD.