Voor veel Nederlanders is Duitsland topfavoriet als vakantieland – en dat niet alleen tijdens de zomermaanden. Weliswaar stappen de meesten in de auto om hun vakantiebestemming in het Sauerland, het Zwarte Woud of Beieren te bereiken, maar ook de trein is een optie om de (soms verre) reis door het buurland te maken. Sinds een aantal jaren maken ook Nederlandse vakantie- en grensgangers gebruik van het ‘Deutschlandticket’ voor lokaal en regionaal openbaar vervoer. Het ticket werd in mei 2023 ingevoerd als opvolger van het 9-euro-ticket, dat in de zomer van 2022 grote populariteit genoot. Met het Deutschlandticket kunnen reizigers voor 49 euro per maand heel Duitsland doorkruisen met het openbaar vervoer, ook vanaf grensstations zoals Venlo, Arnhem of Hengelo. Een groot deel van de kosten van het Deutschlandticket wordt gefinancierd door de deelstaten. Om het voortbestaan van het Deutschlandticket te waarborgen, zal de prijs per 1 januari 2025 met 9 euro stijgen naar 58 euro per maand.
De prijsverhoging kon niet zonder slag of stoot worden doorgevoerd: de deelstaatministers van Verkeer hadden ieder hun eigen voorstelling bij de prijsverhoging. Zo wilde Beieren de prijs naar 64 euro verhogen, terwijl Nedersaksen, Mecklenburg-Voor-Pommeren en Baden-Württemberg voor een geringe prijsstijging pleitten. Nu is de vraag in hoeverre de reizigers straks bereid zijn om de prijsstijging te accepteren: de actuele abonnementsprijs van 49 euro is voor velen reeds de financiële pijngrens. Uit onderzoek van de Deutsche Presse-Agentur (dpa) blijkt dat 30 procent van de (incidentele) gebruikers van het Deutschlandticket zijn abonnement zou opzeggen, of geen nieuw ticket meer zou aanschaffen als de prijs zou stijgen.
Het Deutschlandticket is bedoeld als abonnement, maar is maandelijks opzegbaar. Voor forenzen, met name in de stedelijke agglomeraties, is het vaak goedkoper dan andere abonnementen.