Het coronavirus houdt Nederland in zijn greep. Ziekenhuizen krijgen steeds meer coronapatiënten binnen en de intensivecareafdelingen raken steeds voller. In hoeverre kunnen Nederlandse en Duitse ziekenhuizen met elkaar samenwerken, bijvoorbeeld door ic-capaciteit met elkaar te delen?
Onno van Veldhuizen, burgemeester van Enschede en voorzitter van de Veiligheidsregio Twente, legt in Tubantia uit dat samenwerken met Duitse ziekenhuizen levens kan redden, maar dat daar wel nog wat haken en ogen aan zitten.
Twente grenst aan twee Duitse deelstaten
Volgens Van Veldhuizen is een samenwerking met Duitse ziekenhuizen niet eenvoudig, onder andere omdat Twente niet aan één Duitse deelstaat grenst, maar aan twee: Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Deze hebben elk hun eigen bestuur. „Maar nu we te maken hebben met een pandemie is het goed de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking te onderzoeken. Ik wil kijken of we iets voor elkaar kunnen betekenen.” Van Veldhuizen wil het onderwerp daarom agenderen en op korte termijn met Duitse collega’s bespreken. Hij benadrukt wel dat het een onderwerp van de lange adem is.
“Samenwerking kost onevenredig veel werk”
Waar Nederland slechts 6,8 ic-bedden met beademingsapparatuur per 100.000 inwoners heeft, is Duitsland duidelijk beter af. Daar zijn namelijk 24,4 ic-bedden met apparatuur per 100.000 inwoners beschikbaar. Ondanks het feit dat Duitsland dus meer ic-bedden heeft, richt het Medisch Spectrum Twente (MST) zich vooralsnog niet op een samenwerking met Duitsland, aldus bestuursvoorzitter van het MST Sophia de Rooij: „Het beleid in Duitsland is anders dan in Nederland. We hebben nu geen samenwerking, omdat dat op dit moment onevenredig veel werk kost. Daarom wordt gekozen voor regionale samenwerking.”
Lees verder bij Tubantia.