Duitse musea zijn veel minder actief op social media dan Nederlandse musea. Waar ligt dit aan? UvA-studente Floor Hoogeboom zocht het uit voor haar studie Communicatiewetenschap. Ze interviewde verschillende Berlijnse museummedewerkers over hun social-mediagebruik. Op Duitslandweb doet ze verslag van haar onderzoek.
Nederlandse musea zijn over het algemeen erg actief op social media. Zo heeft het Stedelijk Museum in Amsterdam bijna 100.000 likes op Facebook, het Rijksmuseum heeft er meer dan 250.000 en het Van Gogh Museum zelfs ruim 900.000. In Duitsland is dat anders. Bij Duitse musea staat de inzet van social media nog in de kinderschoenen. Zij blijken ook andere beweegredenen te hebben om gebruik te maken van social media. Nederlandse musea gebruiken social media om met hun publiek verbonden te blijven. Duitse musea gebruiken social media om informatie te geven over evenementen en tentoonstellingen. Een totaal andere insteek. Ook is het voor Nederlandse musea vanzelfsprekend om op verschillende platforms, zoals Facebook, Twitter en YouTube, actief te zijn. Bij Duitse musea ligt de focus meestal slechts op één digitaal communicatieplatform.
Oudere generatie aan het roer in Duitse musea
Hoe komt het dat Nederlandse musea veel actiever zijn op social media? Studente Communicatiewetenschap Floor Hoogeboom interviewde voor haar onderzoek Berlijnse museummedewerkers over hun social-mediagebruik. Met ongeveer 175 musea is het frappant dat slechts een handjevol Berlijnse musea meer dan één sociaal medium gebruikt. Volgens de museummedewerkers ligt het vooral aan de gemiddelde leeftijd van de mensen die werkzaam zijn in musea. Deze ligt in Duitsland veel hoger dan in Nederland. In Nederland staan veel jongere mensen aan het roer: een mogelijke verklaring voor de open en progressieve houding van veel Nederlandse musea.
Duits museum als onderzoeksinstituut
Een ander verschil tussen Nederlandse en Duitse musea is de achterliggende visie: in Nederlandse musea is cultureel ondernemen een sleutelprincipe geworden, terwijl de Duitse musea nog primair als onderzoeksinstituten worden gezien. “Tijd die wordt besteed aan andere dingen dan onderzoek, wordt praktisch als tijdverspilling gezien”, aldus de Nederlandse Léontine Meijer-van Mensch, adjunct-directeur van het Museum Europaïscher Kulturen. Mélanie Alperstaedt, persvoorlichtster van het DDR-museum, beaamt dit: “Ik heb het gevoel dat Duitse musea vol zitten met conservatieve historici, die het gevoel hebben dat er belangrijkere zaken zijn dan digitale activiteiten.”
Lees meer over het onderzoek van Floor Hoogeboom op Duitslandweb.