De coronacrisis gooide bij een flink aantal mensen roet in hun vakantieplannen. Dat blijkt ook uit de nieuwste Vakantie Sentiment Monitor van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) en de Royal Schiphol Group. Hierin werd de invloed van de coronacrisis op het reisgedrag van toeristen uit Nederland en België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en China gemeten.
De tweede meting van de Vakantiemonitor werd halverwege juni uitgevoerd, enkele dagen nadat er in de meeste landen verdere versoepelingen werden aangekondigd. De eerste meting werd eind mei verricht.
60 procent heeft vakantieplannen
De tweede meting laat zien dat ruim 60 procent van de ondervraagden vakantieplannen heeft dit jaar. Dat is hetzelfde percentage als bij de vorige meting. “Het aantal vakantieplannen is dus niet gewijzigd sinds de versoepelingen in de meeste landen en het openstellen van grenzen. Opvallend is dat een vakantie in eigen land populairder is geworden ten aanzien van de eerste meting. We zien ook dat Duitsers, Belgen en Britten in toenemende mate vakantieplannen hebben naar Nederland dit jaar. Een vakantie in eigen land of naar een buurland als Nederland wordt mogelijk als een veilige keuze gezien,” vertelt Jos Vranken, algemeen directeur van het NBTC.
Bijna helft van Duitsers wil op vakantie in eigen land
Het onderzoek laat daarnaast zien dat 28 procent van de Duitsers dit jaar al een vakantie heeft geboekt. 35 procent van de Duitsers heeft dit jaar helemaal geen vakantieplannen. Deze percentages zijn in Nederland vrijwel gelijk. Het aantal Duitsers dat van plan is om in eigen land vakantie te vieren, is daarnaast significant toegenomen: van 43 procent in de eerste meting naar 49 procent in de tweede meting. Voor Nederlanders is het percentage gelijk gebleven, namelijk 38 procent. 39 procent van de Duitsers wil in Europa op vakantie, in tegenstelling tot 47 procent van de Nederlanders.
Uit de vakantiemonitor blijkt bovendien dat 24 procent van de Duitsers die dit jaar nog op vakantie gaan, dat in juli doet. 30 procent vertrekt in augustus en 22 procent pas in september. In Nederland zijn deze percentages achtereenvolgens 38, 39 en 16 procent. Een opvallend groot deel van de vakanties vanuit Duitsland vindt dus nog in september plaats, terwijl de Nederlanders juist aan de zomermaanden juli en augustus vasthouden.
Vervolgmetingen
Om de effecten van verdere versoepelingen te kunnen blijven monitoren, zal er nog een aantal vervolgmetingen volgen. Het veldwerk van de derde meting start halverwege juli. De resultaten hiervan zullen eind juli worden gepubliceerd.