Tijdens de coronacrisis bleven de Duitse dagtoeristen massaal weg uit de steden, dorpen en natuurgebieden in de Nederlandse grensregio’s. Hoe belangrijk zijn deze toeristen voor deze regio’s, en waarom komen ze zo graag naar Nederland? Een blog van Klaas Ate Wijma en Henk Andries Nicolai, vierdejaars hbo-stagiairs van de Thorbecke Academie bij het Rijnland Instituut.
In een eerder blog hebben we geschreven over het belang van aandacht voor Euregio’s in het onderwijs. Vandaag nemen we de lezer mee in de wereld van dagtoerisme tussen Nederland en Duitsland. Wij schrijven namelijk beide een scriptie over dit onderwerp. Vandaag belichten we de Duitse dagtoeristen in het Nederlandse grensgebied.
Door de coronacrisis en de daarmee verbonden coronamaatregelen worden Duitse toeristen aan de Duits-Nederlandse grens ontmoedigd om verder te rijden. Dit zal ongetwijfeld leiden tot minder dagtoerisme vanuit Duitsland naar Nederland. Een noodzakelijke maatregel met een behoorlijke impact. Cijfers van o.a. het NBTC lieten zien dat het aantal Duitse toeristen in Nederland voor de coronacrisis toenam: prognoses toonden een stijgende lijn. In het jaar 2016 werden bijvoorbeeld vanuit Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen zo’n 8,93 miljoen dagtochten naar het Nederlandse gebied gemaakt, dat samenwerkt in het EUREGIO-project Grenzeloze Toeristische Innovatie (GTI). Ook de economische invloed die deze toeristen hebben, is allerminst verwaarloosbaar: in de eindrapportage van het GTI-project wordt de omzet door Duitse gasten in Gelderland en Overijssel geschat op 860 miljoen euro per jaar.
Vooral op vrije dagen, zoals de dag van de Duitse eenheid (3 oktober) en de dag van de Arbeid (1 mei, waarop Duitsers wél vrij zijn), weten Duitse dagtoeristen het Nederlandse grensgebied in groten getale te vinden. Deze dagtoeristen komen vooral uit de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Winkelen in een binnenstad is veruit de meest ondernomen activiteit door Duitse toeristen in de provincies Drenthe, Gelderland en Overijssel. Het feit dat veel Nederlandse winkels op zondag geopend zijn, spreekt Duitsers aan. In Duitsland is het bij lange na niet vanzelfsprekend dat winkels op zondag standaard geopend zijn. Er is weliswaar sprake van bepaalde koopzondagen, maar dit is niet een wekelijkse gewoonte. Sterker nog: de winkels zijn meestal zaterdagmiddag al gesloten.
We hopen uiteraard weer op een grote toestroom van Duitse dagtoeristen naar het Nederlandse grensgebied zodra de omstandigheden het weer toelaten. Duitsers weten de Nederlandse winkels inmiddels goed te vinden. Nederland heeft echter nog veel meer te bieden. Hoe mooi zou het bijvoorbeeld zijn wanneer Duitsers in de toekomst nóg meer gebruik zouden maken van het Nederlandse culturele aanbod of op de fiets of wandelend van de mooie landschappen gaan genieten. Juist dat laatste spreekt Duitsers ook erg aan.
