Soms heb je van die dagen. Je stapt je bed uit en je merkt het meteen: verkouden, koorts, de hele mikmak. Griep. O jee… Dat wordt een dagje binnenblijven. Of twee. In Nederland bel je je werkgever, duik je je bed weer in en ziek je goed uit. Ben je langer dan een week ziek, dan kan de Arboarts of bedrijfsarts contact met je opnemen. Maar ach, hoe vaak komt dat nou voor? Sinds ik in Duitsland werk, ben ik erachter gekomen dat het ziek melden in het buurland nèt even iets anders verloopt.
Het eerste wat je in Duitsland doet, is je werkgever laten weten dat je ziek bent. Dat is natuurlijk niet anders dan in Nederland. Echter, ben je voor langere tijd ziek, dan moet je een Arbeitsunfähigkeitsbescheinigung (Au) aan je chef voorleggen. Duitsland, het land van de officiële documenten… Een stempel is deze keer niet nodig, wel een handtekening van de arts. Deze bestudeert de toestand van de zieke en bepaalt dan hoe lang diegene krankgeschrieben is. Drie dagen mag je zonder deze Au ofwel Krankschreibung thuisblijven (bij sommige bedrijven slechts één dag). Ben je langer ziek, dan moet je toch echt naar de huisarts. Mijn griep was behoorlijk heftig en ik wist al; dit is niet met een paar dagen in bed liggen voorbij. Al na een dag heb ik een afspraak gemaakt bij de dokter.
Daar zit je dan, verplicht in de wachtkamer van de huisarts. Net als heel veel andere zieke, hoestende mensen die net als jij zo’n papiertje moeten halen – als je nog niet ziek was, word je het hier wel. Ik verlangde terug naar mijn bed, mijn oh zo warme bed met zachte dekens. En thee, heel veel thee… En wie denkt: “Ik heb een afspraak, dus ben ik zo wel aan de beurt”, komt van een koude kermis thuis. Goed, het is net als in Nederland geen onbekend fenomeen dat je veel langer in de wachtkamer zit te wachten dan dat je daadwerkelijk met de huisarts in gesprek bent. Ook met een afspraak. Mijn huisarts heeft echter zijn praktijk in een klein dorp op het platteland. Als klap op de vuurpijl bevindt de praktijk zich in een verzorgingstehuis. Dubbel pech! Het is er altijd rappelvoll… Het was al een wonder dat ik een afspraak voor de volgende dag had kunnen regelen.
Enfin, na twee uur (!) had ik dan toch eindelijk mijn Krankschreibung. Opgelucht liep ik weer terug naar huis. Nog één ding moest ik regelen: de Au opsturen naar de baas. Zo gezegd, zo gedaan. En ik kon eindelijk mijn bed weer in.