Het aantal mensen dat in Duitsland woont en in Nederland werkt is in tussen 2012 en 2014 met 8% gedaald. In dezelfde periode staat daar een stijging van 3% tegenover van inwoners van Nederland die in Noordrijn-Westfalen werken. Dat blijkt uit actualisatie van de cijfers uit het rapport De arbeidsmarkt in de grensregio’s van Nederland en Noordrijn-Westfalen. De grenspendel richting Nederland blijft echter hoger dan de grenspendel richting Noordrijn-Westfalen: 26.947 om 9.353 personen.
De Kreise Borken (+16%) en Steinfurt (+35%) en de steden in het Ruhrgebied (+19%) laten een grote toename van het aantal grenspendelaars zien. De Nederlandse grensstreek trekt, met uitzondering van Arnhem/Nijmegen en Zuid-Limburg, minder werknemers die in Duitsland wonen.
Over het algemeen ontwikkelt de arbeidsmarkt zich positief. De werkloosheid is aan beide zijden van de grens licht gedaald terwijl het aantal mensen dat wil werken toeneemt. Het aantal werknemers is daarmee over het gehele grensgebied bezien gestegen. Wel zijn er verschillen tussen beide landen. In de Nederlandse grensregio is de beroepsbevolking gekrompen maar is ook de werkloosheid in 2015 gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Vanwege de vergrijzing is het totale aantal mensen dat werkt afgenomen. In Noordrijn-Westfalen is de vergrijzing minder sterk toegenomen, al ligt het aandeel mensen van 65 jaar of ouder in NRW hoger dan in Nederland. De beroepsbevolking in NRW is licht gegroeid, waarbij de toename in de grensstreek relatief groter is dan de toename in NRW als geheel. Het totaal aantal mensen dat werkt is toegenomen.
De netto arbeidsparticipatie, het aantal mensen dat een baan heeft ten opzichte van het aantal mensen in de leeftijd 15-65 jaar, is in beide landen toegenomen. In Nederland is de werkloosheid sneller gedaald dan in Noordrijn-Westfalen, wat leidt tot een grotere toename van de netto arbeidsparticipatie.
Met de actualisatie van de cijfers is een eerste stap gezet op weg naar het structureel aanbieden van statistische informatie over de grensstreek. De Nederlands-Duitse Euregio’s zetten zich in voor het verzamelen van actuele, betrouwbare gegevens op regionale schaal. Over het mogelijk maken van een toekomstig structureel aanbod van cijfers en van updates van de statistieken zijn de Euregio’s in gesprek met provincies, Bundesländer en nationale overheden. De actualisatie is doorgevoerd in het kader van het project “MORO Raumbeobachtung” dat gefinancierd wordt door het Duitse Bundesamt für Bau-, Stadt- und Raumforschung.